Bosrand
Afgelopen week zag ik een bosrand in herfstkleur, met bruin, rood, geel en nog her en der wat groen. Prachtig! Je zou denken dat bomen niet denken, maar een bezoek aan het Groote Museum Artis leerde me dat de ‘denkkracht’ van bomen in de wortels zit, die er bijvoorbeeld voor zorgt dat de bomen met hun kruinen de bosrand opvullen. Dankzij de nieuwe inzichten uit de wetenschap keek ik anders. Ik was vol verwondering en bewondering voor dit organisme de bosrand en realiseerde me dat ook mijn lichaam vol zit met bacteriën.
Natuurreligie?
‘Is mijn bewondering natuurreligie?’ vraag ik me af. In mijn studietijd in de 80-er jaren, toen de Barthiaanse theologie populair was, werd hiervoor gewaarschuwd. Volgens Karl Barth gaat het in geloof om openbaring. Het woord van God kan ons raken en wegroepen uit deze meerduidige werkelijkheid en ons op het spoor van Gods heil zetten. Natuurreligie met haar verering van de natuur is uit den boze, want dat kan verworden tot Blut und Boden denken, zoals tijdens de tweede wereldoorlog. Misschien heeft deze visie er wel voor gezorgd dat ik natuur lange tijd niet als een wezenlijk onderdeel van mijn geloof heb gezien. Of misschien komt het ook door het ‘moderne’ wereldbeeld van de verlichting, waarin zoals de filosoof Latour constateert mensen zichzelf als het middelpunt van de wereld zien, als subject en de hele natuur als object, die je kunt bestuderen en ook naar je hand zetten of manipuleren of zelfs (kapitalistisch) exploiteren.
Van middelpunt naar ‘deel zijn’
De huidige wetenschap heeft steeds meer oog voor de samenhang tussen alles wat leeft. Als mensen zijn we onderdeel van alles wat leeft op de planeet. Dat maakt dat we de bijbel anders gaan lezen. We ontdekken bijvoorbeeld dat God zijn verbond niet alleen sloot met Noach en zijn zonen ( en hun vrouwen) maar ook met alle dieren of alles wat leeft. In Genesis 9 wordt het drie maal genoemd, maar toch heb ik er jaren overheen gelezen.
Het is nogal een verandering, van ‘de mens als middelpunt van de schepping’ naar ‘ik ben blij met het leven dat ik krijg op deze mooie planeet’. Tijdens mijn lezingen merk ik hoe in een paar jaar de opvattingen in (een deel van) kerkelijk Nederland veranderd zijn. Toen ik begon met nadenken over duurzaamheid en geloof waren er enkele boeken en de encycliek van de paus Lauadato si’. In mijn boek neem ik bijvoorbeeld de tijd om uit te leggen dat zorgen voor duurzaamheid onderdeel is van zorgen voor gerechtigheid. Terwijl ik deze week in Hattem bijvoorbeeld een zaal vol mensen ontmoet die allen positief staan ten opzichte van verduurzamen en de verbinding leggen met hun geloof. Ze hebben al eerder sprekers op bezoek gehad. Sommigen van hen zijn al jarenlang bezig met milieubewust of groen leven, anderen zijn de laatste jaren in beweging gekomen. Ik krijg de indruk dat kerkmensen hier een inhaalslag maken, mezelf incluis.
Gods aanwezigheid in de natuur
In een cursus christelijke meditatie die ik al vaker heb gegeven, deden we op de eerste avond een geleide meditatie, ik nam de mensen in gedachten mee naar het strand. ’Is dit christelijke meditatie’? vroeg één van de deelnemers. Tja, christelijk zou het misschien worden als je op het strand iemand ontmoet in gedachten en dat die je een woord meegeeft, Jezus bijvoorbeeld. Maar ik ontdekte dat in de loop der jaren de hele verbeelding van het strand en de zee voor mij de heiligheid van Gods aanwezigheid oproept. Duurzaamheid is van een diaconale kwestie, tot fundament van mijn geloof geworden. Dat God mij het leven schenkt en ik mag leven nu en over vijf minuten op deze mooie planeet is een ongelofelijk geschenk en fundament onder mijn bestaan en mijn geloven.
Stukje geloof in praktijk
Maar is dat dan niet toch natuurreligie? Wordt God niet hetzelfde als een al-ervaring? Hoe doe ik dat in praktijk? Ik zit voor het raam en voel het licht op mijn gelaat. Gods licht dat op mij valt ook op een bewolkte herfstdag. Het licht dat me verwarmt en voedt en bijlicht zodat ik niet struikel. Licht dat maakt dat ik alles kan zien en me daarmee levensruimte geeft. Of symbolisch opgevat: licht dat me aanraakt, door me heen stroomt of Gods scheppingskracht die in me woont en me bezielt.
Ik zie ook hoe uit de bewolkte hemel er licht valt op de prachtige boom voor mijn raam. Die boom staat daar als eigenstandig schepsel. Vervolgens realiseer ik me dat we beide schepsel zijn, het leven krijgen en het licht van God op ons valt.
Nieuwe woorden en nieuwe ervaringen Is dat natuurreligie, of zien hoe Gods levenskracht door alles wat heen heenloopt? Ik blijf zoeken naar nieuwe woorden om mijn ervaringen woorden te geven. Woorden die daarna mijn ervaring kleuren. Het verbaast me hoe makkelijk mensen mee zijn gegaan in deze nieuwe verwoording van geloof. Maar ach, heeft de kerk dat niet altijd meegedaan, meekleuren met de inzichten van de wetenschap? Misschien dat ik daarom zo bij was met de verwoordingen van Franciscus die leefde ruim voor de verlichting en zichzelf onbekommerd kon verbinden met de natuur. En natuurreligie, wie is daar eigenlijk nog bang voor?
Ds. Corinne Groenendijk
Meer weten? Lees de nieuwe Noach leergang.