Ik zal het maar bekennen, het lezen van de detectives van Donna Leon is voor mij een geliefde bezigheid. Ik lees graag monumentale werken zoals onlangs het boek ‘Istanbul, Istanbul’ van Sönmez, dat veel te denken geeft, maar een goede detective vind ik niet te versmaden.

Merkwaardig genoeg geeft het lezen over de spannende verwikkelingen, met misdaad, moord en ingewikkelde relaties binnen de politie en daarbuiten, me een gevoel van veiligheid. Door met de held mee te kijken kun je zelf mogelijke gevaren verkennen en ook een stuk spanning kwijt raken, leren psychologen me. Het grappige van de Donna Leon-detectives vind ik dat ze zo eigenzinnig zijn. Ze drijft in de loop van de reeks steeds meer weg van de ‘whodunit’ en recensenten schrijven regelmatig dat ze een boek te traag vinden en de plot wel scherp maar dat haar vele uitweidingen de vaart eruit halen.

Maar juist die uitweidingen vind ik zo mooi. Hoofdpersoon commissaris Brunetti is een aimabele man die met mildheid en zelfspot de ambities en verwikkelingen van de mensen om hem heen beziet. Misschien omdat hij in zijn vrije tijd Griekse auteurs leest, waarin volgens Leon alle menselijke eigenschappen beschreven staan. Als ik lees zie ik zijn puberende kinderen voor me en zijn mooie en slimme vrouw, docente aan een universiteit en telg van een adellijke familie. De kinderen komen al rollend aan tafel terwijl Brunetti van zijn aperitief zit te genieten, grappa bijvoorbeeld. Daarna komen de heerlijkste Italiaanse spijzen op tafel, die zo uitgebreid beschreven worden, dat je er zin in krijgt. Dan volgt een gesprek uit het dagelijks leven waarin op de een of ander manier een link zit met de zaak die onderzocht wordt.

In het laatste boek dat ik las (Vriendendienst) gaat het over de corrupte Italiaanse bouw. Het boek start met een ambtenaar van het Kadaster die meldt dat de verdieping van het appartementengebouw waar Brunetti en zijn gezin woont, voor het Kadaster helemaal niet bestaat. Er bestaat zelfs kans dat het binnen een half jaar afgebroken moet worden. De eigenaar heeft namelijk een extra verdieping laten bouwen zonder daarvoor de benodigde vergunningen te regelen én te betalen.

Brunetti bladert door zijn adressenboekje om te zien hoe hij dit kan oplossen: welke vriend of bekende kan hij inschakelen om hem hiermee te helpen? Of moet het toch opnieuw zijn adellijke schoonvader worden? Ik val al lezend van de ene verbazing in de andere. Hoewel, als ik met mijn studerende dochter praat over de huizenmarkt ik me realiseer dat die ook ongelofelijk is en het voor haar generatie bijna onmogelijk is een huis te betrekken zonder een beroep te doen op je vermogende familie. Maar goed.

Brunetti weet met hulp van een vriend en de slimme secretaresse Signora Elettra de moord, die uiteraard ook gepleegd wordt, op te lossen waarbij zij het op hun beurt ook niet nauw nemen met de regeltjes.

Waarom ik dit hier schrijf? Om aan te geven dat ons menselijk samenleven waar je ook woont ingewikkeld is. Het is eigenlijk een godswonder dat we in de buurt, de straat, vereniging of kerk samen kunnen werken en leven als verschillende mensen met ieder onze waarnemingen, relaties ideeën en ambities. Maar dat het ook buitengewoon boeiend is om dat te volgen en de geestkracht van mensen te herkennen. We passen ons telkens aan aan wat het leven ons geeft en zien nieuwe mogelijkheden. We zorgen voor degenen die meer dan anderen in de verdrukking komen. In dat alles zie ik iets van de geestkracht van God die ons de adem gaf en de opdracht ‘ga en bebouw de aarde en maak er met elkaar iets moois van’. Maak er met elkaar iets moois van in het nieuwe seizoen, dat wens ik jullie allen toe.