Deze zomer ben ik wezen zeilen in Schotland. Prachtig, helemaal omdat we onderweg ook zingen. Op het schip zie ik de dieren voorbij komen, de vogels en de vissen, insecten en af en toe wat zeehonden of dolfijnen. Ook alle typen weer komen voorbij, van een kalme zee met zon om lekker een boek te lezen aan dek, een heerlijke zeebries met wat golven om lekker op te zeilen, tot aan een sterke wind met golven die voor je het weet over het schip slaan. Maar gelukkig is het schip stevig, kan er zelfs gekookt worden dankzij een hydraulische as voor het kooktoestel en kunnen we samen heel wat aan.

Op de boot met het water diep onder me en de onmetelijke luchten boven me realiseer ik me dat ik maar een stipje ben op deze planeet. Ik weet niet hoe het jou is vergaan deze zomer, als je zat voor je tent of in de tuin of het park? Dan besef je toch meer dan in je dagelijkse leven dat je onderdeel bent van alles wat leeft?

De astronaut André Kuipers spreekt over ‘het ruimteschip aarde’. En inderdaad bewegen we ons op deze mooie planeet door de ruimte alsof we op een ruimteschip zijn. Meer dan normaal accepteer je op een schip commando’s, want als je niet goed samenwerkt, lig je voor je het weet dwars in de sluis (!). Op een ruimteschip wordt natuurlijk direct opgetreden als één van de bemanningsleden niet zorgvuldig is, want het leven van allen kan zomaar gevaar lopen.

Eén van de mooiste verhalen uit onze cultuur is het verhaal van Noach die met de dieren in een ark gered wordt als de aarde overstroomd wordt door een zondvloed. Een verhaal dat tot de verbeelding spreekt met de dieren die twee aan twee de ark ingaan, van de olifanten tot aan de kleinste torretjes. Onderin het ruim gaat aarde en mest en zo zeilt Noach met zijn familie en dieren rond tot het water zakt en er een nieuw bestaan mogelijk is. Hij had op een dag in de gaten gekregen, wellicht met wat inspiratie van boven, dat het niet goed gaat met de aarde en een zondvloed de aarde bedreigt, en hij besloot er iets aan te doen.

Al lezend in dit verhaal wordt me duidelijk dat we niet moeten indutten en de signalen van klimaatverandering moeten zien, de droogtes en overstromingen ook in de afgelopen zomer. Dat we alert moeten zijn en de nodige maatregelen nemen. Een zeil bij zetten om de CO2 uitstoot tegen te gaan, het roer wat wenden zodat we wat minder verspillen. We hebben elkaar nodig wereldwijd: als grondstoffenlanden, productielanden en rijke landen, om er met elkaar uit te komen.

Is het dan een en al somberheid? Ik denk ook terug aan de nacht dat we doorvoeren daar in Schotland. Op een schip loop je om de beurt wacht, onze wacht was van 20.00 uur tot 24.00 uur en van 4 tot 8 uur. Bij het begin van onze wacht om 20.00 uur begon het te schemeren met een prachtig verglijden van de kleuren in de lucht, weerspiegeld op het water. Pas om half twaalf werd het donker en verschenen de sterren. Toen we om vier uur het roer weer overnamen begon de ochtendschemering. Zo voer ik de hele nacht in één groot kleurenschilderij. Indrukwekkend!

Een zieke man die ik hier in Maarssen opzocht, vertelde me: ‘Ik kan op het moment de deur niet uit door mijn ziekte. Maar als ik om zes uur wakker word, ga ik buiten op het balkon zitten en zie de wereld wakker worden in de ochtendschemering. Wat een vrede en zegen ervaar ik dan.’ Dat is de basis, realiseer ik me: niet wij zorgen voor de natuur, maar de natuur zorgt voor ons.

Ds. Corinne Groenendijk