Grootouders wonen in wollere huizen

ze worden nooit oud want ze waren het al

en hoewel je zou denken dat zij zouden denken

aan sterven met ernstige haast, praten

ze vaak over chocola. (..)

Judith Herzberg

Ouder worden is anders dan ik dacht, zegt dit gedicht. Je zou denken dat ze serieus praten en zwaar zijn van de naderende dood. Maar ze praten over chocola en ze springen in hun dromen slootje. Op internet vinden sommigen dat Herzberg er maar suffige ouderen van maakt. Ouderen die nergens over praten dan de gewone dingen. Ik herken er het beeld van ouderen in waar ik mee opgroeide. Zo van eerst ben je jong dan middelbaar en daarna oud. Nu is dat anders.

Ouder worden is minder stereotiep, zoals eigenlijk elke leeftijdsfase. Hoe doe je dat, goed leven? Door gebalanceerd te leven en gezond, met beweging, niet teveel alcohol en roken en ga zo maar door.

Het is bijzonder dat je als oudere achterom kunt kijken naar een reservoir aan herinneringen waarnaar je terug kunt gaan in je geest. Het nodigt uit om je te beseffen: ‘Wat is mijn roeping geweest en waar ben ik voor gegaan? Wat was en is belangrijk voor me?’ Het wordt terugkijkend soms duidelijker. Je kunt vanuit die waarden leven. En ze voor leven aan wie na je komen je kinderen je kleinkinderen of gewoon de jongere mensen om je heen.

Ouder worden betekent vaak ook leren leven met je gebreken en in het reine komen met zaken uit het verleden die onaf zijn gebleken. Ik denk dat dat voor ieder van ons hier geldt in welke levensfase je ook bent. Ieder mens loopt butsen op en kleerscheuren in het leven. Je verkering die afgebroken wordt terwijl je juist zoveel om hem of haar gaf. Tot je geliefde die zomaar weggerukt werd door ziekte en dood. Verwachtingen en ambities die je niet waar kon maken, mensen die je gekwetst hebt.

Anders dan vorige generaties hebben we geleerd erover te praten. En dat is goed. En als je teveel verlamd bent geraakt is het goed dat je mensen hebt die trouw blijven, die bijvoorbeeld met je meegaan naar de dokter. Die je helpen om jezelf te blijven in alles wat je overkomt. Een handjevol mensen is genoeg.

Even wandelen of mediteren en in deze dagen zien hoe mooi alles bloeit brengt je terug bij hoe mooi het leven eigenlijk is. Niet alles klopt. En toch is het leven goed.

En als dat zo is. Dan geef je plantjes water, ziet een vogel voor het raam, je geniet van een stem van een kind dat speelt op straat. Het gewone leven wordt buitengewoon. Als er iets is wat ouderdom kan schenken is het wel dat je opmerkzamer wordt voor het geheim van de dingen. En die oude mensen uit het gedicht die we daarnet suffig noemden hebben eigenlijk zo goed begrepen wat leven is. Het betekent al je grootste plannen hoe mooi ook kunnen relativeren en de kunst oefenen van dankbaar zijn met wat het leven bracht en brengt. Het is praten over chocola en voor het eten zorgen en in je dromen over een sloot springen en je ouders en grootouders staan dan te applaudisseren.