Deze week werden we opgeschrikt door de berichten uit DWDD dat Matthijs van Nieuwkerk zijn medewerkers nogal eens met geschreeuw blijkt te hebben aangestuurd. Ik vond het schokkend. Zeker zo kort na de beroering bij het vertrek van Arib en andere berichten over verkeerde machtsuitoefening van verantwoordelijken. Nou houd ik niet van ‘shamen’ want het is natuurlijk nooit één persoon die een angstcultuur kan vestigen of in stand houden. En het is alleen als we zorgvuldig met zulke meldingen omgaan en de oorzaken aanpakken, dat er iets ten positieve kan veranderen. Maar toch bekroop me het gevoel; hoe moet het als de politiek en de media niet deugen? Hoe kunnen we verder?

Op de radio hoorde ik Rik Torfs, een Belgisch theoloog en Christendemocraat. Hij vertelde: ‘Mensen vragen me regelmatig: Ben je nog katholiek? In die vraag ligt besloten- hoezo voel je je verbonden met een instituut dat je vrijheid beknot en de verdiensten van de moderne tijd lijkt te ondergraven? Kun je dat niet van je afschudden? Helemaal omdat er ook een behoorlijke smet is vanwege seksueel misbruik. Wat natuurlijk vreselijk is.’

Hij zegt rustig: ‘Waarom zou ik geen lid van de kerk zijn? Ik heb er positieve ervaringen opgedaan, net als mijn ouders en grootouders. Ik kan me voorstellen dat het voor mensen soms vreselijk is geweest. Maar is daarmee alles waardeloos?’

En hij vertelt echt Belgisch relativerend: ‘ik vind het wel reëel om verbonden te zijn met een instituut met een beschadiging. Want dat hoort bij het leven. Instituten heb je nodig om zaken bij elkaar te brengen en stevigheid te geven. Hoe zou het bijvoorbeeld zijn om in je eentje je spiritualiteit te beleven als er geen grote tradities zouden zijn om uit te putten? Maar alle instituten brengen ook slechte zaken voort, neem bijvoorbeeld het huwelijk.

Ik verdiepte me in het verhaal van Batseba uit de bijbel, een mooie jonge vrouw die door haar buurman koning David in zijn vertrekken wordt ontboden, wat resulteert in een zwangerschap. Daarop stuurt David haar echtgenoot in de komende veldslag de dood in. Niets menselijks is hem vreemd. Het bijzondere vind ik dat het bijbelverhaal optekent dat dit onrecht is in de ogen van God. Tegelijk hoor je hoe ze samen verder gaan. Batseba is bedroefd als eerst haar echtgenoot sterft en later ook het kind. Pas als David haar troost, zo vertelt het verhaal, wordt ze werkelijk zijn vrouw. Uiteindelijk worden ze samen de ouders van Salomo die als vredesstichter de geschiedenis is ingegaan.
Zo’n verhaal benoemt zaken, die tot op de dag van vandaag zo vaak doodgezwegen worden. God en de bijbel kijken niet weg. Onrecht wordt geconstateerd. Maar daarop volgt geen shamecultuur of het ‘bashen’ van iemand. Er wordt recht gezet, boete gedaan. En voor Batseba en David komt er in de worsteling die volgt toch licht en groeit er een nieuw stuk toekomst. Kijk, dat is wat ik alle medewerkers die dit moesten ondergaan, Matthijs van Nieuwkerk en alle verantwoordelijken die toekeken, ook toewens.

Zo helpt een oud verhaal me om geloof te houden in onze samenleving met haar instituten. Misschien kan ik er op een dag zelfs wat grappend over spreken, net als Rik Torfs. Of blijf ik daarvoor teveel een serieus opgegroeide Nederlandse? We gaan het zien.